De eerste Transit dateert uit 1953. Ze waren het begin van een ras auto’s dat van generatie op generatie zware levens leefde en lange dagen maakte in handen van kleine zelfstandigen, aannemertjes, melkboeren, bodediensten, klein transporteurs, handelaartjes in meubelen, muzikanten, bandjes, overheidsdiensten, als brandweerwagen, ambulance, als minibusjes en als gereedschap voor mensen die van alles en nog wat te versjouwen hadden.
Ze leefden zoals de Griekse ezeltjes: ze moesten hard werken voor weinig vreten en kregen slaag. Eigenaars dachten dat ‘Max. Laadvermogen’ de naam van iemand was die iets met Ford te maken had. De eerste Transits waren echte bedrijfswagentjes goedkoop gemaakt en zonder veel aandacht voor het (rijders)comfort. De exemplaren die bij overheidsdiensten terecht kwamen werden onderhouden en hadden doorgaans een makkelijker leven. Maar ze roesten wel met net zoveel overtuiging.
565 Transits
Begin jaren 80 schafte het Bundesamt für Bevökerungsschutz und Katastrophenhilfe, BBK, 565 stuks Ford Transits KTW4 (Kranken Tragerwagen, 4- Zieken- en gewondentransporteur voor 4 personen) aan t.b.v. hulporganisaties die bij de rampenbestrijding waren betrokken.
Ze hadden 1.954 cm³, 77 pk, blokken, één zwaailicht, Starktonhörner (sirene). De Transits waren er ook als “Notarzt” auto. Dan waren ze een paar honderd kilo lichter en hadden naast één brancard een vierzits behandelkamer plus een hoop EHBO spul aan bord.
Deze Transits waren bedoeld als Notartzt auto voor de ‘Katastrophenschutz’, zeg maar de tegenhanger van onze ‘Bescherming Burger Bevolking’. Onze ‘Notarzt wagen’ met zijn ‘112’ bestickering, is in elk geval een fantastisch voorbeeld dat niets doen jong houdt.
De Transit met lange wielbasis, standaarddak, een brede zijdeur en volle achterklep plus zijn twee liter vier cilinder in lijn werd door Lorenz Groters geadopteerd na een minder geslaagd avontuur met aan andere Ford. Hij ging bewust op bussenjacht. Hij had al een paar heel slechte exemplaren bekeken, toen hij zijn Notartzt exemplaar tegen kwam. De Transit is niet zomaar een Transit met wat stickers.
Hij is –nog steeds – compleet uitgerust met alle boordgereedschappen, pleisters, beademingsapparatuur en toestanden om patiënten te repareren en te vervoeren. Daarbij zijn er best wat wijzigingen aangebracht die structureel zijn. Zo is het brancard plateau aan de achterkant serieus ingelast en moet de standkachel de zaak ook ’s winters behaaglijk houden als de Ford niet onderweg is.
Een volledig functionerende sirene unit en een werkend zwaailicht zijn ook mooie opties
In het hemeltje zit een ritssluiting om van binnenuit bij de zwaailamp te kunnen komen. Om geen ruzie met de politie te krijgen heeft de Ford nu een rode- in plaats van een blauwe kap op het zwaailicht en wordt er niet nodeloos met de sirene gespeeld. Voorin, in het smetteloze interieur, vinden we drie zetels en een dashboard met communicatie plus de bediening van de sirene, het zwaailicht en de standkachel.
Al dat moois bracht de vorige eigenaar er toe zijn snode plannen toch maar niet uit te voeren…
Hij wilde de Transit namelijk ombouwen tot camper. Gelukkig kwam hij bij zinnen voordat hij alle unieke uitrusting en componenten van de ex Katastrophenschutz Ford had weggegooid of los geslepen. Want in de originele toestand is de brancardrager in de kont een ingelaste constructie. En we hebben dat soort heilloze amputaties vaker zien gebeuren in camperland. En dan nog maar niet te spreken over de nu zo hippe ‘Food trucks’ waarbij creatievelingen voor 100% quasi nostalgie juichend voor de opoffering van de authenticiteit gaan.
Dag Thijs, Dat klopt. Maar in deze berichten moeten we ‘het verhaal’doen in 500 woorden. En dan krijg je een soort uittreksels van een historie. We hopen dan wel dat die je zo nieuwsgierig maken dat je een abonnement op AutoMotorKlassiek neemt, want daarin staan lange verhalen. En zo’n abonnement is spotgoedkoop!
De eerste Transits dateren van 1953! Moet dat niet 1963 zijn of nog een paar jaar later? De voorlopers van de Transit dateren ongeveer van begin jaren vijftig, de in Engeland gebouwde Thames en de Duitse Ford Keulen/Taunus> Beide prima bestelauto’s met goede wegligging en daarmee geduchte immers snellere en zuiniger concurrenten van de VW T1.